Too Good To Go

Filter toggle

Verspil minder voedsel

Wil je minder voedsel verspillen? Dan kan je de app 'Too good to go' gebruiken. Dat betekent 'te goed om weg te doen'. Een groot bedrijf als Carrefour gebruikte de app al. Nu doet ook Ikea dat. Ook vele eethuizen doen mee.

Hoe werkt de app? Ben je in de buurt van Ikea of een ander restaurant? Dan kan je zien of er nog eten over is. Dat kunnen de bekende Zweedse balletjes zijn. Het kan ook een ander gerecht zijn. Dat eten kan je dan goedkoper bestellen. Ikea wil zo de restjes van voedsel verminderen. Tegen 2020 moet er de helft minder over zijn. De app moet daarbij helpen. De uitvinding van 'Too good to go' gebeurde in Denemarken. Meer landen in Europa gebruiken de app nu. Een bedrijf uit Gent startte ermee voor ons land. Het is een grote hit. Dat bewijzen de cijfers. In 2018 werden in Europa drie miljoen maaltijden gered. Al dat eten zou normaal in de vuilnisbak belanden. Niemand verdiende daar dan nog geld aan. De app 'Too good to go' is gratis. Je vindt die in je Play Store (Android) of App Store (iPhone). 

Label:verspillen
Definitie:gebruiken terwijl het niet nodig is
verspillen, verspilde, heeft verspild
Voorbeeldzin:Verspil geen energie
Label:gebruiken
Definitie:nemen en er iets mee doen
gebruiken, gebruikte, heeft gebruikt
Voorbeeldzin:Hier, je kunt het best deze zeep gebruiken. Kun je me uitleggen hoe ik dit apparaat moet hanteren?
Label:betekenen
Definitie:willen zeggen, als inhoud hebben
betekenen, betekende, heeft betekend
Voorbeeldzin:Wat betekent het woord 'aanhanger'?
Label:goed
Interpretaties:
Label:doen
Definitie:een actie laten plaatsvinden, iets verrichten
doen, deed, heeft gedaan
Voorbeeldzin:Wat ben je aan het doen?
Label:groot
Definitie:wat veel ruimte nodig heeft, niet klein
Voorbeeldzin:In Amerika zijn de koelkasten veel groter dan hier.
Label:bedrijf
Definitie:een organisatie die met handel geld verdient
het bedrijf [bedrijven]
Voorbeeldzin:Het vervoerbedrijf Lemmens verhuurt auto's en vrachtwagens.
Label:gebruiken
Definitie:nemen en er iets mee doen
gebruiken, gebruikte, heeft gebruikt
Voorbeeldzin:Hier, je kunt het best deze zeep gebruiken. Kun je me uitleggen hoe ik dit apparaat moet hanteren?
Label:doen
Definitie:een actie laten plaatsvinden, iets verrichten
doen, deed, heeft gedaan
Voorbeeldzin:Wat ben je aan het doen?
Label:doen
Definitie:een actie laten plaatsvinden, iets verrichten
doen, deed, heeft gedaan
Voorbeeldzin:Wat ben je aan het doen?
Label:werken
Interpretaties:
Label:buurt
Interpretaties:
Label:restaurant
Definitie:een gebouw waar je tegen betaling kunt eten
het restaurant [restaurants]
Voorbeeldzin:Er is een nieuw restaurant in het dorp. Zullen we er binnenkort gaan eten?
Label:zien
Definitie:je ogen gebruiken
zien, zag, heeft gezien
Voorbeeldzin:Het is hier zo donker. Ik zie niks.
Label:eten
Interpretaties:
Label:bekend
Definitie:door veel mensen gekend
Voorbeeldzin:Hollandse kaas is ook in het buitenland erg bekend.
Label:bal
Definitie:een rond ding waarmee je kan spelen of sporten
de bal [ballen]
Voorbeeldzin:Geef de bal aan Eva, zij mag nu gooien.
Label:eten
Interpretaties:
Label:goedkoop
Definitie:wat niet veel geld kost, is goedkoop
Voorbeeldzin:Kun je hier ergens goedkoop en lekker eten?
Label:bestellen
Definitie:iets laten komen en daarvoor betalen
bestellen, bestelde, heeft besteld
Voorbeeldzin:U kunt onze producten telefonisch bestellen. Ik ga cola bestellen.
Label:rest
Definitie:wat overblijft
de rest [resten]
Voorbeeldzin:Geef de rest van het vlees maar aan de hond.
Label:helft
Definitie:50 % van een geheel
de helft [helften]
Voorbeeldzin:Bijna de helft van de kinderen wou niet meedoen.
Label:helpen
Definitie:steun geven, iets doen voor iemand wat die persoon niet alleen kan doen, nuttig zijn
helpen, hielp, heeft geholpen
Voorbeeldzin:Ik wil je wel helpen als er een probleem is. Dag mevrouw, kan ik u helpen?
Label:uitvinding
Definitie:iets wat is uitgevonden
de uitvinding [uitvindingen]
Voorbeeldzin:Het wiel is een van de belangrijkste uitvindingen.
Label:gebeuren
Definitie:plaatsvinden (vaak zonder dat dat de bedoeling was)
gebeuren, gebeurde, is gebeurd
Voorbeeldzin:Wat is er gebeurd? Ben je gevallen?
Label:land
Interpretaties:
Label:gebruiken
Definitie:nemen en er iets mee doen
gebruiken, gebruikte, heeft gebruikt
Voorbeeldzin:Hier, je kunt het best deze zeep gebruiken. Kun je me uitleggen hoe ik dit apparaat moet hanteren?
Label:bedrijf
Definitie:een organisatie die met handel geld verdient
het bedrijf [bedrijven]
Voorbeeldzin:Het vervoerbedrijf Lemmens verhuurt auto's en vrachtwagens.
Label:starten
Interpretaties:
Label:land
Interpretaties:
Label:groot
Definitie:wat veel ruimte nodig heeft, niet klein
Voorbeeldzin:In Amerika zijn de koelkasten veel groter dan hier.
Label:bewijzen
Definitie:duidelijk maken dat iets zo is
bewijzen, bewees, heeft bewezen
Voorbeeldzin:Axel heeft bewezen dat hij de beste student is.
Label:cijfer
Interpretaties:
Label:maaltijd
Definitie:het eten dat dagelijks op een vast tijdstip plaatsvindt
de maaltijd [maaltijden]
Voorbeeldzin:Vanavond krijgen jullie een warme maaltijd.
Label:redden
Definitie:iemand uit een moeilijke of gevaarlijke situatie helpen
redden, redde, heeft gered
Voorbeeldzin:De dokter heeft mijn leven gered. Als hij er niet was geweest, was ik nu dood.
Label:eten
Interpretaties:
Label:normaal
Definitie:gewoon, niet speciaal
Voorbeeldzin:De normale werktijden zijn van negen tot vijf.
Label:vuilnisbak
Definitie:een grote prullenbak
de vuilnisbak [vuilnisbakken]
Voorbeeldzin:Op elke straathoek staan grote vuilnisbakken.
Label:belanden
Definitie:toevallig ergens komen dichterbij komen
belanden, belandde, is beland
Label:verdienen
Definitie:iets krijgen (bijvoorbeeld geld) omdat je iets hebt gedaan
verdienen, verdiende, heeft verdiend
Voorbeeldzin:Hoeveel verdien je eigenlijk met je nieuwe baan?
Label:geld
Definitie:bankbiljetten en munten waarmee je kunt betalen
het geld [gelden]
Voorbeeldzin:Ik heb nooit veel contant geld bij me.
Label:gratis
Definitie:iets waar je niet voor hoeft te betalen is gratis
Voorbeeldzin:Dit museum is gratis op maandag.
Label:vinden
Interpretaties:
Label:goed
Definitie:een voorwerp, een ding dat je bezit
het goed [goederen]
Voorbeeldzin:We vervoeren onze goederen per vrachtwagen.
Label:goed
Definitie:juist, gunstig
Voorbeeldzin:Dat is een goed antwoord.
Label:werken
Definitie:geld verdienen met een baan
werken, werkte, heeft gewerkt
Voorbeeldzin:Marlies werkt bij een bank in Brussel.
Label:werken
Definitie:een taak verrichten, iets doen
werken, werkte, heeft gewerkt
Voorbeeldzin:Steven heeft het hele weekend in zijn huis gewerkt.
Label:buurt
Definitie:de omgeving, de plaats dichtbij
de buurt [buurten]
Voorbeeldzin:In deze buurt is het 's nachts niet veilig.
Label:buurt
Definitie:een aantal straten bij elkaar in een stad of dorp, vaak (her)kennen de meeste mensen elkaar daar
de buurt [buurten]
Voorbeeldzin:Karel en Jo wonen in een villa in een rijke buurt. Dit is echt een gezellige buurt, vind ik.
Label:eten
Definitie:de dingen die je eet
het eten
Voorbeeldzin:Kom maar aan tafel. Het eten is klaar. Soldaten brachten voedsel naar de bevolking in het oorlogsgebied.
Label:eten
Definitie:voedsel door je mond in je lichaam laten gaan
eten, at, heeft gegeten
Voorbeeldzin:Heb je al gegeten vandaag?
Label:land
Definitie:een stuk grond
het land [landen]
Voorbeeldzin:Op dit land staat maïs.
Label:land
Definitie:een gebied binnen bepaalde grenzen met een eigen regering
het land [landen]
Voorbeeldzin:De Europese Unie bestaat uit meer dan 25 landen.
Label:starten
Definitie:vertrekken van een beginpunt, beginnen
starten, startte, heeft/is gestart
Voorbeeldzin:De politie start een onderzoek naar de overval.
Label:starten
Definitie:de motor laten functioneren
starten, startte, heeft/is gestart
Voorbeeldzin:Start de auto maar. We vertrekken.
Label:cijfer
Definitie:een getal dat uitdrukt hoe goed je in iets bent
het cijfer [cijfers]
Voorbeeldzin:Op school had ik altijd hoge cijfers voor taal.
Label:cijfer
Definitie:een teken waarmee je een getal schrijft
het cijfer [cijfers]
Voorbeeldzin:Mijn telefoonnummer bestaat uit 10 cijfers.
Label:vinden
Definitie:een bepaalde mening hebben over iets
vinden, vond, heeft gevonden
Voorbeeldzin:Wat vind je van mijn nieuwe schoenen? Ik vind dat onzin.
Label:vinden
Definitie:iets krijgen door te zoeken
vinden, vond, heeft gevonden
Voorbeeldzin:Gelukkig, ik heb mijn sleutels gevonden, ze lagen onder de tafel.